LHN stelt weer schriftelijke vragen over Stal Dijkshoorn

Foto: LHN

Het is alweer de derde serie schriftelijke vragen die de fractie van LHN aan het college van B&W stelt over de oudste boerderij van Zoetermeer. Deze serie kondigt de fractie aan als vervolg op de beantwoording van de tweede serie vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders over de Stal Dijkshoorn (Vierde Stationsstraat 450). Lijst Hilbrand Nawijn heeft naar aanleiding van eerdere antwoorden van het College nog meerdere vragen aan het College. Deze betreffen vooral de zorgplicht die de gemeente heeft ten aanzien van haar bewoners  en het Gemeentelijk Rioleringsplan dat reeds in 2015 geactualiseerd diende te worden.

Schriftelijke vragen

De letterlijke tekst van de schriftelijke vragen is:

Derde serie schriftelijke vragen als vervolg op de beantwoording van de tweede serie vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders  over de oudste boerderij van Zoetermeer (Vierde Stationsstraat 450), Stal Dijkshoorn,  door mevrouw Benita van Wegen en Mr. H.P.A. Nawijn van de fractie Lijst Hilbrand Nawijn ingezonden op 19 april 2016.

Lijst Hilbrand Nawijn heeft naar aanleiding van eerdere antwoorden van het College nog meerdere vragen aan het College. Deze betreffen vooral de zorgplicht die de gemeente heeft ten aanzien van haar bewoners  en het Gemeentelijk Rioleringsplan dat reeds in 2015 geactualiseerd diende te worden.

De LHN wil het College wederom aanvullend de volgende vragen stellen:

  1. In de beantwoording  van de vorige vragen schrijft het College dat er geen technische opname van de schade is gemaakt, omdat geen gevaarzetting zou dreigen en de gemeente het pand niet aanschrijvingswaardig vermoedt. Hoe verhoudt deze opvatting zich tot het feit dat de gemeente bij klachten over grondwater, de regie heeft in het vaststellen naar door de bewoners gestelde overlast, een analyse van oorzaken, gevolgen en mogelijke maatregelen moet nemen?
  2. Is dit grondwaterbeleid in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vastgelegd, zoals wettelijk vereist is?
  3. Waarom is het GRP nog niet geactualiseerd, terwijl de LHN bij technische vragen inzake het actieplan Duurzaam en Groen in 2015 daarom heeft gevraagd?
  4. In hoeverre is niet actualiseren in strijd met de wet?
  5. In het GRP staat te lezen dat de gemeente in 1993 vanwege bezuinigingen is gestopt met het meten van de waterstanden, terwijl de wet de meetplicht voorschrijft. Hoe verklaart het College dit?
  6. Zijn er meetgegevens voorhanden gezien de wettelijke meetverplichting van het gebied rondom Stal Dijkshoorn?
  7. Hoe verklaart het College dat er wel meetgegevens zijn van andere panden in de buurt van Stal Dijkshoorn en van Stal Dijkshoorn niet?
  8. Hoe kan het College de gang van zaken rondom de Stal Dijkshoorn verklaren vanuit de zorgplicht die de gemeente ten aanzien van zijn inwoners heeft?
  9. Is het College bereid inzicht te geven in de klachten die de afgelopen jaren bij de gemeente zijn binnengekomen inzake grondwateroverlast in en rond de wijk Rokkeveen? Wat is er met deze klachten gedaan?
  10. In de verkoopbrochure van de boerderij aan de Rokkeveenseweg Zuid staat te lezen:”door aanpassing van de grondwaterstand bij de nieuwbouw van de wijk Rokkeveen zijn er verzakkingen ontstaan”. Zijn er nog meer gegevens bekend vanuit de omgeving van de wijk Rokkeveen, waar (monumentale) percelen last van hebben ondervonden bij de bouw van de wijk Rokkeveen?
  11. Provincie en waterschap zijn verantwoordelijk voor de vergunningverlening voor onttrekking van het grondwater. Heeft de gemeente voor de aanvang van de bouw van de wijk Rokkeveen tot op heden, een vergunning aangevraagd?
  12. Hoe is het mogelijk dat er geen (water)data bekend zijn uit de periode voor de bouw van de wijk Rokkeveen die Fugro nodig heeft voor een goede rapportage? Wat is er met deze gegevens gebeurd?
  13. Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard heeft na inspectie van de situatie bij Stal Dijkshoorn geconcludeerd dat er duidelijk zichtbaar is geworden dat het verlengde binnentalud steiler is geworden, gezien de scheef staande bomen. De gevolgen zijn voor het Hoogheemraadschap duidelijk: “bodemdaling, door verlaging van de grondwaterstand, kan het steile talud verklaren”. Wat vindt het College van deze conclusie?
  14. Volgens het Hoogheemraadschap schuilt er ook gevaar in de scheef staande bomen. Wanneer deze omvallen, is niet alleen nog meer schade aan het woonhuis van Stal Dijkshoorn te verwachten, maar bestaat ook een kans dat het waterkerend vermogen van de kade wordt aangetast met alle gevolgen van dien. Daarbij loopt dus niet alleen Stal Dijkshoorn, maar ook het gebied er omheen gevaar. Onderkent het College dit gevaar?
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen