Zoetermeer prettiger wonen, recreëren en werken

Juliëtte Meurs-Troch (Zoetermeer Vooruit)
Juliëtte Meurs-Troch (Zoetermeer Vooruit)
Foto: Redactie Zoetermeer

Raadsleden besteden veel tijd aan het reilen en zeilen van de gemeente. Zij verrichten belangrijk en onderschat werk. Inmiddels is deze raadsperiode alweer voor de helft voorbij. In dit interview staat Juliette Meurs-Troch (LHN (Lijst Hilbrand Nawijn)) centraal. Zij is lid van de gemeenteraad sinds maart 2014.

Waarom bent u de politiek ingegaan?

Op aanraden van mensen in mijn directe omgeving ben ik me eigenlijk gaan oriënteren en interesseren in de lokale politiek. Ik ben van mening dat als het goed met je gaat, dat je dan wel iets terug mag doen voor de maatschappij; voor de mensen die het moeilijker hebben. Daarom was ik al als vrijwillig bestuurslid betrokken bij de lokale Zonnebloemafdeling die zich inzet voor mensen met een lichamelijke beperking en als gevolg daarvan dreigen te vereenzamen. Veelal ouderen zijn aangesloten bij de Zonnebloem. Na 5 jaar vond ik het tijd om mijn ‘doelgroep’ te verbreden; niet alleen opkomen en zorgen voor ouderen maar ook opkomen voor andere mensen in Zoetermeer. De gemeenteraad is daar wel een mooi instrument voor. Voor mij stond dan wel voorop dat het bij een lokale partij zou zijn omdat die zich 100% richt op de inwoners van de eigen stad: Zoetermeer dus! Ik vond dan ook aansluiting bij de LHN; dé politieke partij voor de Zoetermeerders waar de vrijheid van het individu en het sociale karakter voor de zwakkeren in de samenleving hoog in het vaandel staan.

Juliette Meurs (LHN)
Juliette Meurs (LHN)

Wat vind u het meest leuke van het raadslidmaatschap?

Het leukste van het raadslidmaatschap vind ik het contact met de mensen en organisaties. Het achterhalen van wat er nou daadwerkelijk in de samenleving leeft en wat er nodig is. De volgende stap daarin is het behulpzaam zijn bij het leggen van verbindingen. Met het bieden van een luisterend oor kun je al veel betekenen maar nog mooier is het als je er ook daadwerkelijk iets mee kan doen en Zoetermeer een nog prettiger stad kunt maken om te wonen, recreëren en werken.

Wat vind u het minst leuke van het raadslidmaatschap?

Het lastigste vind ik soms de urenlange vergaderingen en het aan de bewoners uitleggen dat er echt wel keihard gewerkt wordt ook al merken ze dat niet direct. Omdat ik ambtenaar ben geweest snap ik dat proces wel maar ik blijf het blijft lastig vinden. Stel, we beslissen als raad dat we alle zebrapaden groen gaan schilderen, dan is daar al een heel traject aan voorafgegaan van onderzoek door ambtenaren, voorstellen schrijven door de wethouders en het op de agenda zetten van de gemeenteraad. Maar voordat er uiteindelijk iets voor de inwoners of betrokkenen zichtbaar is (voordat de zebrapaden daadwerkelijk groen geschilderd zijn), gaat er daarna weer een hele periode overheen van organiseren, verf inkopen en dan het daadwerkelijke schilderen nog. Voor de inwoners lijkt het dan of er niks gebeurd terwijl er achter de schermen hard gewerkt wordt. Dat moet je soms uitleggen. En er zijn ook zaken waar we als gemeenteraad helemaal geen invloed op hebben; dat is landelijk beleid. Je stelt dan in feite de inwoners teleur omdat ze hadden gehoopt dat jij (als gemeenteraadslid) ze wel zou kunnen helpen, maar dat ligt dan niet in je macht.

Heeft u naast het lidmaatschap van de gemeenteraad nog een andere functie of betrekking?

Ik ben zelfstandig ondernemer. Ik heb een management adviesbureau en een coachpraktijk. Daarnaast ben ik freelance docent aan de Haagse Hogeschool en coördinator van het Mentorproject Zoetermeer. Als vrijwilliger ben ik nog steeds betrokken bij de Zonnebloem en om de week houd ik een gratis coachspreekuur voor ondernemers bij Ter Zake het Ondernemershuis.

Hoe maakt u de combinatie tussen uw dagelijks leven en het raadslidmaatschap?

De combinatie gezin, werk, hobby’s en raadslidmaatschap is soms lastig te maken; er zitten maar 24 uur in een dag. Zo had ik in januari bijvoorbeeld naast de wekelijkse raads-/commissievergaderingen nog 13 andere bijeenkomsten waar ik als raadslid bij aanwezig was. Dat is best veel en gelukkig is dat niet iedere maand zoveel. Een voordeel is dat mijn man en ik dezelfde hobby’s en interesses hebben. Daardoor kan ik mijn gezin en hobby goed combineren; met mijn man lekker een drankje drinken of samen een lekkere wandeling maken, daarmee vang twee vliegen in één klap. De verdeling werk en raadslidmaatschap bijten elkaar soms. Ik heb daarom afgelopen december besloten om te bedanken voor een grote (vervolg)opdracht van de Haagse Hogeschool zodat ik meer tijd kan besteden aan het raadslidmaatschap en mijn gezin, hobby’s en andere werkzaamheden en nieuwe ontwikkelingen.

Wat is uw favoriete plaats in Zoetermeer?

Voor mij is heel Zoetermeer mooi maar dat was de vraag niet. Eén van mijn favoriete plaatsen is mijn eigen huis; dat is echt een thuis waar ik me op mijn gemak voel en waar ik kan genieten van een open haard, een ruime tuin en de mooie vogeltjes in mijn volière. Mijn wandelcoachingsafspraken heb ik graag in het veelzijdige Westerpark. Maar een echt mooie plek in Zoetermeer vind ik nog steeds het witte ophaalbruggetje bij de Dorpsstraat. Ik loop er zeker eenmaal per week langs maar iedere keer blijf ik me verbazen over de schoonheid van dit oude symbool, dat zo mooi afsteekt tegen de achtergrond en lijkt op te lichten in zelfs het geringste zonlicht.

Juliette Meurs (LHN)
Juliette Meurs (LHN)

Hoe vind u dat het gaat het in Zoetermeer sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2014?

Zoetermeer is op de goede weg. Ontwikkelingen zijn in gang gezet en het duurt nu eenmaal voordat er tastbare of zichtbare resultaten zijn. We zijn als kersverse gemeenteraad al heel snel geconfronteerd met de transitie van het sociale domein. Ik heb dat altijd heel oneerlijk gevonden; hoe kun je zulke zware beslissingen nu bij een nieuwe gemeenteraad neerleggen? Ik heb wel de indruk dat we als Zoetermeer goed met deze uitdaging om zijn gegaan en nog steeds omgaan. Uiteraard is niet alles perfect en lopen we tegen problemen aan, maar die zullen er altijd zijn. Er zullen helaas altijd mensen zijn die het moeilijk hebben of die door het ijs dreigen te vallen. De uitdaging voor mij als gemeenteraadslid is om deze mensen bij te staan en proberen ze op weg te helpen.

Op welk besluit of welk debat kijkt u tevreden terug?

Vrijwel alles wat we bespreken in de raad of commissies is belangrijk en van directe invloed voor de inwoners van onze stad. Ik vind het daarom moeilijk om iets aan te geven waar ik dan speciaal tevreden op terugkijk. Maar als ik dan toch iets moet kiezen, en u stelt die vraag, dan zou ik zeggen mijn maidenspeech op 2 december 2014. Dat was geen besluit en ook geen echt debat maar ondanks dat ik pas een half jaartje in de gemeenteraad zat wist ik naar mijn idee goed onder woorden te brengen wat ik en daarmee de LHN belangrijk vind met betrekking tot de nieuwe participatiewet en de Wet Werk en Bijstand die op 1 januari 2015 in werking zijn getreden. Het doel van de participatiewet is om meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, aan de slag te krijgen. De gemeente is verantwoordelijk geworden voor mensen met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben. De wet geeft de gemeenten een aantal instrumenten om te zorgen dat mensen met een arbeidsbeperking een plek op de arbeidsmarkt kunnen vinden. In de nieuwe maatregelen WWB worden een heel aantal zaken geregeld: uitbreiding inkomensondersteuningsmaatregelen, arbeids- en re-integratieverplichtingen en ook de tegenprestatie naar vermogen. Belangrijke onderwerpen waar we in Zoetermeer goede afspraken over hebben gemaakt.

Wat is het belangrijkste dat u voor het einde van deze periode nog wilt realiseren?

Voor dit jaar, 2016, heb ik me ten doel gesteld om zoveel als mogelijk echt te bewerkstelligen dat alle kinderen onderwijs krijgen. Niet omdat het moet maar omdat het een recht is. Belangrijk daarbij is dat ieder kind het onderwijs krijgt waar het recht op heeft én waar het toe in staat is c.q. behoefte aan heeft. Dat betekent dat er niet alleen aandacht moet zijn voor kinderen die moeilijker presteren op school (of misschien zelfs helemaal niet kunnen presteren in een groep en daardoor speciaal, misschien zelfs een-op-een onderwijs, nodig hebben) maar zeker ook voor de kinderen voor wie het reguliere lespakket onvoldoende uitdaging biedt. Deze laatste groep kinderen heeft ook recht op ontwikkeling maar wordt naar mijn idee te snel vergeten.

U vraagt wat het belangrijkste is dat ik voor het einde van deze periode nog wil realiseren maar die periode duurt, gelukkig, best nog lang. Voor 2017 wil ik, als het recht op onderwijs op orde is, me vooral richten op het nog beter koppelen van het onderwijs aan het bedrijfsleven. Dit heeft, als het goed is, meteen een positief effect op de arbeidsparticipatie oftewel de mogelijkheid op banen en werk in zich want als je goed (gericht) opgeleid van school komt, ligt er makkelijker een baan in het verschiet. Verder is het naar mijn mening zo dat als iedereen de mogelijkheid tot ontwikkeling en werk wordt geboden, dat dat ook de gezondheid zal bevorderen en dan hebben we meteen het onderwerp Jeugdzorg te pakken. Dit alles bij elkaar is dan ook de portefeuille waar ik me deze periode aan gecommitteerd heb: onderwijs, arbeidsparticipatie, economie en jeugdzorg. Het één kan bijna niet zonder het ander.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen