Persoonlijke aandacht voor bezoekers en artiesten

Directeur Arie Verstegen De Boerderij
Directeur Arie Verstegen De Boerderij
Foto: Redactie Zoetermeer

Cultuurpodium De Boerderij is het poppodium van Zoetermeer. De zaal heeft een capaciteit van 750 bezoekers. Komende maanden komen er weer een keur aan grote namen naar het podium. In De Boerderij werken veel vrijwilligers met een enorme betrokkenheid. Directeur Arie Verstegen leidt de organisatie en verzorgt de programmering van deze concertzaal.

Wat maakt De Boerderij herkenbaar in het grote aanbod van concertzalen?

Wij bieden een andere programmering dan de andere zalen. Wij programmeren voor andere doelgroep dan de andere zalen. Wij richten ons op een ouder publiek. Wij hebben geen achterban van studenten, want Zoetermeer is geen studentenstad, zoals Leiden of Delft. De inrichting van de zaal is ook afwijkend. De zaal is breed gebouwd en daardoor staat het publiek ook dichtbij. Met een capaciteit van 750 mensen sta je toch nooit ver van het podium.

Met een ouder publiek is er een vraag om stoelen. Veel mensen gaan nog graag naar concerten, maar twee uur staan is natuurlijk vrij lang. Bij de jonge bandjes is het normaal dat ze een uur en een kwartier spelen, want dan is de koek op. De oude bandjes willen nog wel eens twee of drie uur doorgaan. Dan wordt het een lange rit. De Boerderij heeft zeer beperkt zitplaatsen. We hebben zes zitplaatsen die mensen kunnen reserveren, tenzij het druk is. Dan is het balkon open en hebben we sinds twee jaar een tribune en dan kun je wel zitten.

Welke verbeteringen aan de zaal wilt u de komende jaren realiseren?

Wij hebben flink geïnvesteerd in de geluidsinstallatie. Met goede apparatuur kun je als zaal net iets meer doen. In de komende jaren zullen we in het licht investeren. We gaan nog kijken wanneer dat praktisch het beste gedaan kan worden. Niet dat het licht niet goed meer is, maar je moet met de tijd mee. Het gaat dan meer de richting van LED op. Dat is ook een enorme energiebesparing, dus vandaar is het ook wel heel erg verantwoord. Een stukje groener.

De Boerderij heeft een rond dak, dat is erg lastig met zonnepanelen. We kijken er wel regelmatig naar of we aan duurzaamheid kunnen doen. Er wordt redelijk wat energie verbruikt in een pand zoals dit. Niet alleen de verwarming, maar ook de lichtshow. Als die draait praat je over minstens twintig wasmachines die staan te draaien en dan hebben we het nog niet eens over het geluid. Als je daarop kan bezuinigen is dat niet alleen financieel interessant, maar ook een verplichting op dit moment, vind ik.

De Boerderij heeft bijzondere acts op het programma staan. Hoe krijgt u dat voor elkaar?

Heel veel acts staan exclusief in De Boerderij. Artiesten hebben en band met de organisatie. Dat heeft ook alles te maken met de vrijwilligers. Mensen worden vrijwilliger, omdat ze dat leuk vinden en dat stralen ze ook uit. Dat betekent dat muzikanten net wat extra aandacht krijgen. Je moet je voorstellen dat artiesten maandenlang onderweg zijn, dan is net dat beetje extra aandacht erg belangrijk. De meeste komen elk jaar weer terug, zoals Colin Blunstone en Paul Carrack.

Wij proberen een zo goed mogelijk gastheer te zijn, zowel voor de artiest als voor de bezoekers. Daar proberen we wel het verschil te maken. Het is niet alleen de deur open, optreden en weer weg. Er hoort meer bij. Wat heel belangrijk is is dat niemand na afloop de zaal snel hoeft te verlaten. In tegenstelling tot andere zalen hebben wij na afloop van een concert geen dansavond. Het mooie is ook dat wij het café hebben en dat artiesten na afloop in het café komen en dat bezoekers persoonlijk kennis kunnen maken. Dat wordt door muzikanten vaak op prijs gesteld wordt.

Directeur Arie Verstegen De Boerderij
Directeur Arie Verstegen De Boerderij

 

Grote steden, zoals Amsterdam of Rotterdam zijn bekender in het buitenland. Speelt de uitstraling van de naam Zoetermeer nog een rol?

Nee. Er zijn wel artiesten die op hun eigen site vermelden dat ze in Amsterdam spelen en dan staan ze hier. Dat zijn vaak Amerikanen. Als je het met New York vergelijkt zou het qua afstanden wel kunnen, maar is voor ons wel een beetje raar. In het verleden was het zo dat bands graag naar Amsterdam wilden, want die naam had aantrekkingskracht. Dat zul je voor een deel nog hebben,maar wat je veel ziet de laatste tijd is dat bezoekers Amsterdam mijden. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met duur parkeren, maar ook met de onpersoonlijke benadering en het na afloop van het concert gelijk naar buiten geveegd worden voor een dansavond. Mensen gaan voor meer dan een concert. kiezen voor de intimiteit van De Boerderij.

Wat is voor u het hoogtepunt geweest in al die jaren?

Dat zijn er verscheidene geweest. Vaak geen specifieke band, maar een concert dat echt geweldig was. Ray Wilson, Paul Carrack, David Crosby en Mick Fleetwood hebben we gehad en dat zijn allemaal voorbeelden van hoogtepunten. Het zijn allemaal artiesten waarvan ik in het begin dacht dat ze onbereikbaar waren. Die rij breidt zich nog steeds uit met nieuwe namen. Wat schier onmogelijk geacht werd, lukt gewoon tegenwoordig. Het heeft ook te maken met de naam die De Boerderij in het circuit heeft.

Welke rol spelen de vele vrijwilligers die in de Boerderij werken?

Tijdens een avond wordt vrijwel alles door vrijwilligers gedaan. Dan kun je denken aan stagemanagers, mensen en artiesten ontvangen, mensen achter de bar, de kassa, productieleiders. De enige die niet vrijwillig zijn, zijn de geluidstechnici en de portiers. We hebben 120 vrijwilligers, die bepalen het succes. Het zijn de beste ambassadeurs die je kunt hebben en het is fijn werken met deze mensen, want ze zijn heel erg gemotiveerd. In principe moeten ze twee diensten per maand draaien. Er zijn er bij die draaien hun hand er niet voor om en draaien twee diensten in de week. Heel betrokken mensen en dan is het voor mezelf ook niet moeilijk om een stapje meer te zetten. Ik geloof heilig in vrijwilligers.

Bezoekt u zelf ook concerten of beperkt u zich tot de concerten hier in De Boerderij?

Ik probeer bijna alle concerten hier zelf bij te wonen. Het zijn er de laatste jaren alleen maar meer geworden. Ik probeer zo nu en dan een dag niet te gaan om ook een avond bij het thuisfront te zijn. Er komt niet zoveel van terecht om andere concerten te bezoeken. Drie of vier andere concerten en wat festivals en dan houdt het wel op. Op de festivals waar ik naar toe ga, spelen over het algemeen de bands die hier ook spelen. Het is goed om de band warm te houden. Zo worden de artiesten goede bekenden. Van het goede netwerk moeten we het hebben. Dat bouwen we op en koesteren we. Dat gaat niet vanzelf en dus laten we ons gezicht dan zien.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen