Henrike Karreman (OCW) bezoekt mboRijnland om te zien hoe mbo zorgt voor vakmensen van morgen

Foto: mboRijnland

Henrike Karreman, directeur mbo van het ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), bracht een bezoek aan mboRijnland. Het bezoek is georganiseerd door de MBO Raad, Kwaliteitsnetwerk mbo en mboRijnland met als doel OCW te laten ervaren hoe het referentiewaarden gedachtegoed en het ordeningsmodel helpen om de kwaliteit van het beroepsonderwijs te evalueren en verbeteren.

De samenleving verandert in een razend tempo. De mbo-sector wil actuele opleidingen van kwaliteit aanbieden die meebewegen met de snel veranderende arbeidsmarkt, de maatschappelijke uitdagingen en innovaties. De MBO Raad en het Kwaliteitsnetwerk mbo delen de visie dat het beroepsonderwijs toekomstbestendig, wendbaar en innovatief moet zijn om te kunnen blijven inspelen op wat de samenleving en arbeidsmarkt vraagt en nodig heeft. Hoe borgt het mbo deze kwaliteit?

Open karakter en dialoog

Bij mboRijnland wordt al een tijd gewerkt met het referentiewaarden gedachtegoed. De instelling heeft vorig jaar ervaring opgedaan in een zogenaamde proeftuin, waarin het thema pedagogisch-didactisch handelen centraal stond.

Ruben Bostelaar, onderwijskundig teamleider mboRijnland, licht toe hoe de peerreview hielp bij het verbeteren van de onderwijskwaliteit: “Mijn team vanuit College Techniek & ICT nam deel aan de eerste proeftuin bij mboRijnland. Het gaf ons de kans ervaringen uit te wisselen met docenten en studenten van de opleiding Haarverzorging uit een ander college. Door het open karakter van de dialogen hebben beide onderwijsteams kunnen inzoomen op het pedagogisch- en didactisch handelen. Door deze proeftuin hebben we vervolgens in ons ICT-onderwijs de SCRUM-methode geïntegreerd binnen onze projecten, waardoor veel meer zichtbaar werd hoe onze studenten hun opdrachten aanpakten.”

Henrike Karreman ging met docenten, teamleiders, studenten en een leerwerkbedrijf in gesprek om meer te leren over dit model. Meer dan dertig mbo’s houden op dit moment zogenaamde ‘proeftuinen’ om te onderzoeken in hoeverre het model past, werkt en aansluit om de kwaliteit van opleidingen en leerroutes in kaart te brengen en te kijken wat nodig is om de kwaliteit te verbeteren. De ervaringen zijn tot nu toe zeer positief.

Eigenaarschap onderwijsteams

“De kracht van het model is dat (onderwijs)teams vanuit eigenaarschap aan de slag gaan met het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Er wordt vooral gekeken naar de knoppen waar het team zelf aan kan draaien om beter te worden waar nodig. Bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met collega’s van andere teams, andere mbo-instellingen, het werkveld, studenten. Dit maakt dat de kwaliteit van het onderwijs een thema van ons allemaal wordt”, aldus Mare Riemersma, Kwaliteitsnetwerk mbo.

Het bezoek van OCW laat zien dat de overheid hecht aan de kwaliteit van het middelbaar beroepsonderwijs en onderstreept de samenwerking tussen onderwijsinstellingen, het Kwaliteitsnetwerk mbo, de MBO Raad en beleidsmakers om deze kwaliteit te waarborgen en te verbeteren.

Henrike Karreman, directeur mbo bij OCW: “Het is mooi om vandaag te horen hoe de sector werkt aan onderwijskwaliteit. Het gedachtegoed en de beweging die hierbij hoort juichen we toe. Ook de komende tijd moeten we onderwijskwaliteit als gezamenlijke opgave centraal zetten.”

Het model

Het referentiewaarden gedachtegoed helpt de sector om vanuit eigenaarschap opleidingen aan te bieden van hoogwaardige kwaliteit die mee ontwikkelen met veranderingen in de omgeving. Het biedt continu inzicht in de stand en ontwikkeling van de onderwijskwaliteit.

Studenten, docenten, teamleiders, directeuren, college van bestuur en het werkveld nemen met elkaar de kwaliteit van het onderwijs onder de loep. Er wordt gekeken waar en hoe opleidingen nog beter kunnen worden ingericht en aansluiten op de wensen van studenten en het werkveld. Het eigenaarschap en de regie van het onderwijs staan voorop; dit maakt het een lerend model, waarin open en transparante gesprekken plaatsvinden tussen verschillende teams van een instelling. De input van studenten en het werkveld zijn hierin van grote toegevoegde waarde en onmisbaar.

Dit is een ander model dan de tot nu toe veelgebruikte audit, die minder een ontwikkelingsgerichte en meer een controlerende functie heeft.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen