Interview met Wanne Roetemeijer: Stikstof is echt een groot probleem

Wanne Roetemeijer
Wanne Roetemeijer
Foto: Wanne Roetemeijer

In 2004 studeerde Wanne af als Bos- en Natuurbeheerder aan de Universiteit van Wageningen. De afgelopen jaren heeft hij talloze kennisbijeenkomsten bijgewoond over het thema stikstof en de problemen die stikstof (of eigenlijk stikstofverbindingen) geeft. Momenteel is de problematiek rondom stikstof veel in het nieuws. Het roer moet om, klinkt het. Tegelijkertijd zijn er flinke protesten door de boeren. Een interview met Wanne Roetemeijer maakt helder wat er nu precies aan de hand is.

Hoe erg is de stikstof-problematiek?

Wanne Roetemeijer: “De situatie is echt dramatisch voor de natuur. De grootste problemen ondervindt de natuur op de droge zandgronden, duinen en hoogvenen. Die is gewoon ziek. Dat is dus wel ongeveer half Nederland.

Soorten die afhankelijk zijn van deze gebieden nemen enorm af. Door de overmaat aan stikstof verdwijnen bloemen, waardoor veel insecten verdwijnen en daardoor de vogels. Kale grond raakt begroeid onder een dikke grasmat, waardoor veel insectensoorten, zoals onder andere graafbijen en loopkevers verdwijnen. Daardoor zijn de tapuit en duinpieper al verdwenen in het binnenland.

Door kalkgebrek worden koolmezen met kromme pootjes geboren en sterven in het nest. Ten minste als het de koolmezen al lukt om goede eieren te produceren. Op steeds meer plekken sterven eiken door de verzuring. En eiken zijn een enorme bron van biodiversiteit. Het wordt stil in de natuur.”

Is er literatuur om hierover meer te weten te komen?

Wanne Roetemeijer: “Ja, hier kun je bijvoorbeeld over lezen in de presentatie van Prof. Siepel (Radboud Universiteit). Hij schrijft over de relatie tussen insectensterfte en de stikstofproblematiek. Het artikel kun je hier lezen.

Waarom is stikstof nu zo actueel, we zijn toch al met de klimaatverandering bezig?

Wanne Roetemeijer: Anders dan veel mensen denken is voor de Nederlandse natuur het stikstofoverschot een veel groter en acuter probleem dan klimaatverandering. Ook verdroging is een groot probleem dat de stikstofproblematiek versterkt.”

Wat is dan precies het probleem met stikstof(verbindingen)?

Wanne Roetemeijer: “Stikstof is in de basis een essentieel onderdeel van de natuur. De natuur en wij kunnen niet zonder deze stof. Bijna 80% van de lucht bestaat eruit. Als verbinding kan het met andere stoffen reageren, waardoor onder andere stikstofoxide en ammoniak ontstaat. Het gaat eigenlijk om de stikstofverbindingen die schadelijk zijn. Het is makkelijker om in spreektaal te spreken over stikstof.”

Wat is schadelijk aan stikstof?

Wanne Roetemeijer: “Stikstof zorgt in de eerste plaats voor vermesting. De natuur op de zandgronden is ‘gewend’ aan heel weinig stikstof. Veel bloeiende planten floreren als er weinig stikstof is, dan zijn er dus als gevolg daarvan ook veel insecten en vogels.

Overal zijn kale zanderige plekjes, waar loopkevers en graafbijen leven. In vennen en beken is het water helder en voedselarm. Door de overmaat van stikstof winnen enkele soorten zoals bramen en pijpestrootje het van de rest. Het gevolg daarvan is dat heides en duinen dichtgroeien en vennen veralgen. Een enorm verlies aan biodiversiteit is het zichtbare gevolg.

Ook de verhoging van het stikstofgehalte IN planten zorgt voor problemen. Het is eigenlijk net als met vet en suiker: je hebt het nodig, maar teveel is teveel.”

Wanne Roetemeijer

Zijn er nog andere gevolgen van het teveel aan stikstof?

Wanne Roetemeijer: “Een minimaal zo groot probleem is de verzuring. Door constante toevoer van stikstof gaat de PH-waarde (red. de zuurgraad) steeds verder naar beneden. Het wordt dus zuurder.

De natuurlijke buffering die de zure neerslag als het ware wegvangt raakt op. Gevolg is dat belangrijke mineralen oplossen (calcium, kalium enzovoorts) die voor planten en dieren essentieel zijn en de grond in verdwijnen door uitspoeling.

Schimmels sterven ook. Schimmels zijn essentieel voor veel planten en bomen, omdat ze de toevoer zijn van mineralen. Veel planten en dieren krijgen door het sterven van de schimmels grote mineralentekorten. De voedselkwaliteit en de -kwantiteit nemen af.

Slechts enkele soorten kunnen deze verzuring wel aan. Het lukt de heide bijvoorbeeld nog vaak een tijd. Je krijgt dan echter ‘VVV-heide’. Er is geen andere soort meer te zien, een paarse monocultuur. Mooi in augustus, maar verder ecologisch weinig waardevol.”

Komen we snel van die verzuring af?

Wanne Roetemeijer: “Verzuring is cumulatief, oftewel de verzuring uit het verleden telt ook mee. Als we nu stoppen met stikstof uitstoten is het nog steeds even zuur, zelfs dan is het probleem nog niet opgelost. We zullen dan nog steeds iets moeten doen om de huidige verzuring terug te draaien. Of honderden, zo niet duizenden jaren wachten.”

Wat doen natuurbeheerders?

Wanne Roetemeijer: “Natuurbeheerders moeten steeds meer doen om de gevolgen van de vermesting/verzuring tegen te gaan. Dat betekent vaak ingrijpen: plaggen, afgraven of zelfs bomen kappen om meer leefgebied te maken voor de getroffen soorten die steeds zeldzamer worden. Over deze maatregelen worden mensen boos.

Plaggen is in droge gebieden ook niet goed, blijkt steeds meer. Het beste is om de bodem met rust te laten. Eigenlijk valt er gewoon niet tegenop te beheren. Het probleem moet bij de bron worden aangepakt.
Hier kun je bijvoorbeeld over lezen in dit artikel.”

Waar komt de stikstof vandaan?

Wanne Roetemeijer: “31% komt uit het nabije buitenland (zoals België en Duitsland), huishoudens ruim 6%, wegverkeer ruim 6%, industrie/scheepvaart/luchtvaart 11% en landbouw 45% (dit zijn landelijke en openbare cijfers van het RIVM).

Er is door de rijksoverheid ook gekeken naar de herkomst van stikstof in onze meest bijzondere natuurgebieden: Natura 2000. Daaruit blijkt dat landbouw de grootste bron van stikstof (ammoniak) is (idem cijfers).

Landbouw of liever gezegd intensieve veeteelt, is de grootste post.”

Redactie Zoetermeer (pixabay.com)

Onze buurlanden moeten dus ook iets doen om stikstof te verminderen?

Wanne Roetemeijer: “Onze stikstofexport is veel groter dan onze -import. Mopperen op de buren mag pas als we onze eigen uitstoot flink hebben teruggebracht. Kijken we alleen naar onze eigen uitstoot, dan is 65% van onze uitstoot afkomstig uit de landbouw/veeteelt, daarom is de meeste winst daar te halen. Maar ook andere bedrijfstakken zullen aan de bak moeten.”

Moet alleen de landbouw aan de slag of kan iedereen iets doen?

Wanne Roetemeijer: “Ook andere bedrijfstakkenmoeten aan de slag. Stikstofoxide komt vooral van het wegverkeer (uitstoot), industrie en huishoudens (gasverwarming) en klein beetje uit de luchtvaart. Ammoniak komt van de veeteelt. Vooral de menging van poep en plas (drijfmest) is funest, dan ontstaat ammoniak. Dat gebeurt vooral in stallen, koeien die buiten lopen veroorzaken dit niet of nauwelijks.”

Waarom hebben we zoveel ammoniak in de landbouw?

Wanne Roetemeijer: “We hebben zoveel ammoniak doordat we een intensieve veehouderij hebben die veel veevoer uit het buitenland haalt (dat is stikstofimport), door kunstmest en het houden van dieren in stallen.

Een fors deel van Nederland wordt benut voor verbouwing van veevoedergewassen, die geconcentreerd in een paar gebieden terechtkomen. Driekwart wordt vervolgens geëxporteerd. In Nederland blijven wij letterlijk met de ‘shit’ achter.

Bio-landbouw en zeker ook de biodynamische variant hebben een beter sluitende kringloop, waardoor zij niet de veroorzakers zijn van deze problematiek.”

Maar de stikstofuitstoot is toch enorm gedaald?

Wanne Roetemeijer: “Dat klopt! Het probleem is: “Het is nog steeds teveel”. Daardoor gaat de vermesting en verzuring door. Je kunt het vergelijken met te hard rijden. Als je 120 km/uur mag rijden en je rijdt 200 km/uur dan rij je te hard. Als je 40 km/uur langzamer gaat rijden is dat best langzamer, maar dan rij je nog steeds 160 km/uur. Dan rij je dus nog steeds veel te hard.”

Maar de zure regen dan? Die kwam toch ook niet?

Wanne Roetemeijer: “Dat klopt gedeeltelijk. Door de introductie van de katalysator en aanpassingen in de industrie is verzuring door zwavel enorm afgenomen, dat was de grootste klap. Maar de verzuring door stikstof is stilletjes doorgegaan, waardoor het op veel plekken nu zuurder is dan in de jaren ’80. In bijvoorbeeld Oost-Europa heeft het wel degelijk toegeslagen.”

Zijn er ook oplossingen?

Wanne Roetemeijer: “Gelukkig wel, maar dit vergt een enorme omslag in de landbouw en veranderingen in de industrie en wegverkeer.

De grootste vervuilers vlakbij natuurgebieden zouden op korte termijn uitgekocht moeten worden, conform voorstel Remkes. We moeten vervolgens toe naar een natuurinclusieve landbouw waarin kringlopen sluitend zijn en de natuur gebruikt wordt als hulpbron. Gevolg is veel minder dieren, minder export van vlees, meer koeien in de wei, een mooier en levendig landschap, zowel op het platteland als in de natuurgebieden. Biologisch en biodynamisch zijn hier het meest ver in.

Industrie en verkeer zullen ook moeten bewegen door te investeren in schonere fabrieken. Uitstoot van huishoudens kan dalen door over te gaan op elektriciteit. Auto’s moeten schoner worden. Bijvoorbeeld elektrische auto’s zijn qua stikstofuitstoot veel beter (wat je er verder ook van vindt). In die zin is aanpak CO2 ook goed voor de stikstofproblematiek.

De natuur zal ook opgeknapt moeten worden. Waar mogelijk door hogere grondwaterstanden waardoor de ph weer omhoog gaat, maar ook bemesting met bijvoorbeeld steenmeel waarmee nu druk wordt geëxperimenteerd. Dit brengt de hoognodige mineralen terug in het systeem en zorgt voor een hogere PH-waarde. Maar: de veiligheid moet eerst nog worden bewezen voordat het grootschalig ingezet kan worden.”

Wanne Roetemeijer

Waarom is dit verhaal zo weinig bekend?

Wanne Roetemeijer: “Ik denk dat de natuurorganisaties tegen beter weten in hoopten dat het wel beter zou gaan. Deze organisaties zijn ook niet van die protesttypes. De aandacht van milieu-organisaties ging vooral naar de klimaatverandering. Ze ‘vergaten’ dit thema een beetje. Groen werd synoniem met klimaatbeleid.

Ook binnen een partij als GroenLinks valt mij dit op, tot mijn verdriet. LTO, VVD en CDA deden er veel aan om het probleem te bagatelliseren. Deze partijen doen dat nog steeds, enkele partijleden uitgezonderd. Nu het verhaal en de protesten er zijn, komt alles als een complete verrassing, terwijl het dat zeker niet is.”

Kunnen onze lezers, jij en ik nu al iets doen?

Wanne Roetemeijer: “Ja, natuurlijk kan iedereen nu al iets doen. Het allerbelangrijkste is dat we de boeren kunnen steunen die op de goede weg zijn. Koop zoveel mogelijk biologisch, betaal fatsoenlijke prijzen voor je eten en eet minder vlees. De fatsoenlijke prijzen zorgen ervoor dat boeren niet zulke intensieve veeteelt hoeven te bedrijven.

Maar ook maximaal 100 km/uur rijden op de snelweg. Elektrisch rijden. Als je het kunt betalen, ga van het gas. Minder vrije landbouwhandel zou ook enorm helpen zodat de concurrentiepositie van boeren verbetert.”

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen