Grote verschillen inzet voor natuur tussen Zuid-Hollandse gemeenten

Foto: Redactie Zoetermeer

Gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen in het beschermen en versterken van biodiversiteit. Sommige gemeenten pakken deze opgave ambitieus aan en hebben bijvoorbeeld eigen natuurbeleid en onderzoeken welke soorten planten en dieren er binnen de gemeentegrenzen voorkomen, terwijl de inzet van andere gemeenten op het gebied van natuur veel beperkter is.

Dit blijkt uit een onderzoek dat de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland heeft laten uitvoeren naar de inzet voor natuur onder de Zuid-Hollandse gemeenten.

Stadsecoloog

Het valt op dat de gemeenten die een (stads)ecoloog in dienst hebben over het algemeen actiever zijn in hun inzet voor natuur dan gemeenten zonder eigen ecoloog. Door een ecoloog in een vroeg stadium te betrekken bij beleid, kunnen veel kansen om ontwikkelingen natuurinclusief te maken benut worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het opnemen van ecologische verbindingen in het ontwerp van een woonwijk of het inbouwen van nestgelegenheid voor vogels of vleermuizen bij nieuwbouw of renovatie van gebouwen.

Wettelijke taken

Hoewel alle gemeenten die aan de enquête hebben meegedaan zich wel op enige manier voor natuur inzetten, is het opvallend dat meer dan de helft van de gemeenten tekort schiet waar het gaat om de uitvoering van wettelijke natuurtaken. Bij het verlenen van omgevingsvergunningen moeten gemeenten namelijk kunnen nagaan of er bij de betreffende ontwikkelingen geen beschermde natuurwaarden aangetast worden. In dat geval is speciale toestemming nodig om de ontwikkeling door te laten gaan. Meer dan de helft van de gemeenten geeft echter aan geen informatie te hebben over de aanwezigheid van beschermde soorten in de gemeenten. Hierdoor kan niet goed gecontroleerd worden of hier bij de aanvraag van een omgevingsvergunning wel voldoende rekening mee gehouden is. De NMZH vindt het belangrijk dat hier verbetering in komt omdat beschermde soorten juist vanwege hun kwetsbaarheid beschermd zijn.

Stedelijk versus landelijk

Uit de enquêteresultaten komt naar voren dat grotere, meer stedelijke gemeenten zich over het algemeen actiever inzetten voor natuur dan de kleinere, meer landelijke gemeenten. Zo blijkt de gemeente Delft zich op de meest veelzijdige manier in te zetten voor natuur. Dit verschil zou verklaard kunnen worden doordat in meer stedelijke gemeenten natuur nog belangrijker is voor een aangenaam leefklimaat in de stad en dus extra gekoesterd wordt. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat grotere gemeenten een grotere ambtelijke organisatie hebben en dus meer capaciteit vrij kunnen maken voor inzet op natuur.

Bermen

Uit de enquête blijkt dat bijna alle bevraagde gemeenten aan ecologisch bermbeheer doen. Veel gemeenten geven echter wel aan dat dit niet voor alle bermen in de gemeente geldt. De NMZH is blij met deze toenemende aandacht voor het belang van bermen voor biodiversiteit en zou graag zien dat iedere berm in principe ecologisch beheerd wordt. Hiermee zou grote winst voor biodiversiteit behaald kunnen worden.

Opzet onderzoek

De NMZH heeft een stagiaire door middel van een digitale enquête en interviews alle Zuid-Hollandse gemeenten laten bevragen op hun inzet voor het beschermen en versterken van natuur. Hier hebben 38 van de 52 Zuid-Hollandse gemeenten aan meegedaan. Aanvullend op de schriftelijke enquête zijn met vier gemeenten verdiepende mondelinge interviews gehouden. De volledige resultaten van het onderzoek zijn te vinden op de website van de NMZH.

Zoetermeer

In het onderzoek worden een aantal terreinen met een “ja” of “nee” in een tabel ondergebracht. Zoetermeer scoort een “nee” op de onderwerpen: Tijdelijke natuur, Kapvergunning nodig, Monitoring natuur, Beschermde soorten in kaart en Groene subsidies particulieren. De andere van de vijftien genoemde onderwerpen zijn volgens de NMZH wel op orde.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen