Huurder mag oneerlijk verhogingsbeding buitengerechtelijk vernietigen

24 apr , 21:12 Economie
pexels kindelmedia 7579201
pexels.com

Twee huurders die het huurprijswijzigingsbeding van hun verhuurder oneerlijk vonden en daarom buitengerechtelijk hebben vernietigd, zijn door de Hoge Raad in het gelijkgesteld.

Wat speelde er in deze zaak? In de huurovereenkomst had de verhuurder een beding opgenomen waarmee hij de huurprijs jaarlijks kon verhogen met de consumentenprijsindex. Daarnaast was in het beding ook opgenomen dat de verhuurder de huurprijs op elk moment kon verhogen met tenminste vijf procent, zonder de huurders daarover vooraf te hoeven informeren. 

Extra huurverhoging niet toegestaan

De huurders vonden dit tweede beding oneerlijk en vernietigden dit daarom buitengerechtelijk. De verhuurder betwistte deze gang van zaken en stapte naar de rechter. De rechter stelde dat een inflatieverhoging (consumentenprijsindex) redelijk is, maar dat een extra huurverhoging zonder uitleg niet zomaar is toegestaan. Indien zo’n prijsverhoging als oneerlijk wordt beschouwd, kan dit door de huurders zonder tussenkomst van de rechter worden vernietigd.

Opslagbeding

Het eerste deel van het huurprijswijzigingsbeding houdt in dat de huurprijs jaarlijks verhoogd mag worden met een percentage uit de consumentenprijsindex. Dit heeft tot doel om inflatie te compenseren. Dat is volgens de Hoge Raad geen probleem. Dat geldt echter niet voor het tweede deel van het beding. Dit kan worden gezien als een opslagbeding en is opgenomen in de overeenkomst om eventuele bijkomende kosten die de inflatie overstijgen, te compenseren. Het feit dat de verhuurder de huurprijs op elk moment zonder overleg met vijf procent kan verhogen, zorgt er volgens de rechter voor dat de financiële gevolgen voor de huurders onvoorzienbaar worden. Het is immers ook niet duidelijk wanneer en hoe vaak de verhuurder gebruik gaat maken van dit beding.

Nalopen

De rechter oordeelt dan ook dat het opslagbeding oneerlijk is. Dat de verhuurder de huurprijs in werkelijkheid slechts beperkt heeft verhoogd, doet volgens de rechter niet ter zake. Zwaarder telt voor de rechtbank dat de verhuurder wél de mogelijkheid had om de huurprijs met vijf procent te verhogen. Ter verdediging stelt de verhuurder tegenover de rechter nog dat de huurder de overeenkomst ook had kunnen opzeggen. De rechter vindt echter dat deze redenering niets afdoet aan het oneerlijke karakter van het beding. Zowel voor verhuurders als huurders is het dus aan te raden om hun huurovereenkomsten nog een keertje na te lopen. Heb je als verhuurder een opslagbeding opgenomen in je overeenkomst van drie procent of meer? Dan kan de huurovereenkomst zomaar ongeldig worden verklaard door je huurder, zonder dat de rechter eraan te pas hoeft te komen. Ben je huurder en heb je twijfels bij de afspraken zoals die in de huurovereenkomst zijn opgenomen? Vraag ons dan om juridisch advies, want dat kan je zomaar geld terugkrijgen.

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met RechtNet Advocaten via [email protected] of bel naar 073-6154311.