De zorgverlening aan kinderen en jongvolwassenen is gebaat bij een snelle vaststelling van de zorgbehoefte, laagdrempelige communicatie tussen de zorgverlener, het kind en de ouder(s) en zo min mogelijk administratieve lasten.
Dat werd gemeenteraadsleden Ingeborg ter Laak van het CDA, Agnes van Kuijen van D’66 en Carla Krullaars van Zó! Zoetermeer opnieuw duidelijk tijdens hun recente werkbezoek aan de Zoetermeerse Kinderpraktijk.
Diverse soorten zorg
De raadsleden kregen een presentatie over Kinderpraktijk Zoetermeer, waar vijf (kinder)artsen werken. Kinderpraktijk Zoetermeer geeft advies, diagnosticeert, begeleidt en behandelt kinderen en jongvolwassenen met ontwikkelings- en gedragsproblemen, zoals ADHD of autisme. Bij deze zorgverlening werken de kinderartsen onder hetzelfde dak intensief samen met onder meer collega’s van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ), kinderfysiotherapie, logopedie en jeugdzorg.
Zorg op maat
Dit alles om zo goed mogelijk te bepalen welke zorg nodig is, als een kind of jongvolwassene, met de ouder(s) binnenkomt bij de Kinderpraktijk. ‘We willen zoveel mogelijk zorg op maat leveren,’ vertelde kinderarts Karin van Harrewijn de raadsleden. ‘We werken bijvoorbeeld samen met de school waar het kind of de jongere naartoe gaat. En we volgen het kind of de jongere nog vele jaren. Onbehandelde ADHD, bijvoorbeeld, leidt veelal op latere leeftijd tot problemen als verslaving, werkeloosheid, en schulden.’
Verschillen tussen gemeenten
Bij het leveren van de zorg loopt de Kinderpraktijk soms tegen hinderlijke obstakels aan. De administratieve en financiële afhandeling van de zorgverlening kost veel tijd, vooral omdat elke gemeente zijn eigen procedures heeft. Deze tijd kan niet aan zorg worden besteed. ‘En nu gemeenten verantwoordelijk zijn voor de jeugdzorg kunnen hun onderling verschillende werkwijze en aanbestedingsprocedures problemen geven,’ aldus jeugdarts Geja Rikkers tegenover de raadsleden.
Zorg dichtbij brengen
Nu de gemeenten verantwoordelijk zijn voor veel zorgtaken, moet extra worden ingezet op de juiste behandeling voor de juiste diagnose. CDA-raadslid Ingeborg ter Laak: ‘Waar verschillende hulpverleners onder één dak samenwerken, zijn de communicatielijnen kort. Een juiste diagnose kan sneller worden gesteld, wanneer zowel sociaal, psychisch en lichamelijk functioneren meteen in kaart worden gebracht. Wanneer een kind bijvoorbeeld slecht hoort, heeft diagnostiek naar ADHD geen zin. Dit bespaart zowel tijd als kosten. Als kinderen en jongeren, met hun ouders zo snel mogelijk de juiste behandeling of het juiste advies krijgen, slagen we er pas echt in om zorg op maat te bieden’.
