Voorzitter,
In april van dit jaar zong er langs de A12 in de Balij een Cetti’s zanger. U zult zich misschien afvragen, wat de waarneming van deze vogel met het voorjaarsdebat heeft te maken. Welnu dat ga ik u uitleggen.
De Cetti’s zanger is een zangvogel die oorspronkelijk alleen in Zuid-Europa voorkomt, maar steeds vaker in Nederland wordt gezien. De vogel leeft in moerasgebied en kan hier alleen overleven als in de winter de temperatuur niet langer dan enkele dagen onder het vriespunt komt.
De klimaatverandering heeft er dus voor gezorgd dat wij deze vogelsoort ook in de buurt van Zoetermeer kunnen waarnemen.
De tweede reden waarom de vogel zich hier in de Balij heeft gevestigd, is dat er in de Balij precies de juiste condities aanwezig zijn, waar deze vogel zich prettig voelt.
Dit toont dus twee dingen aan.
Ten eerste.
Door concrete maatregelen te nemen is het mogelijk de biodiversiteit te bevorderen. Het aangelegde moeras in de Balij is een voorbeeld van zo’n maatregel. Het agrarische landschap is een waardevol natuurgebied geworden.
Daarom dienen wij een motie in om zulke maatregelen ook in Zoetermeer te kunnen uitvoeren.
De fysieke ruimte en de potentie hiervoor is hier volop aanwezig. Het is alleen maar een kwestie van de juiste maatregelen op de juiste plek. En dat zal nodig zijn, want anders is de doelstelling om 5% verbetering van de biodiversiteit te realiseren, volstrekte lariekoek.
Ten tweede
De aanwezigheid van deze vogel laat ook zien dat klimaatverandering niet iets van de toekomst is, maar nu al in volle gang is. De laatste decennia hebben meerdere soorten zich, dankzij klimaatverandering in Nederland gevestigd. Andersom zien we ook soorten uit ons land verdwijnen, die de opwarming niet kunnen bijbenen. Zo ook in Zoetermeer.
Om erger te voorkomen, is het dus bittere noodzaak dat we direct maatregelen nemen om de CO2 uitstoot te verminderen. Daarom dienen wij, ik zal haast zeggen, zoals gewoonlijk, twee moties in om de productie van duurzame energie in de gemeente Zoetermeer en voor de gemeente Zoetermeer te vergroenen.
De komst van deze vogel doet mij ook aan iets anders denken. Namelijk immigratie. Niet alleen vreemde vogels komen naar ons land toe, maar we hebben of we dat nu leuk vinden of niet, ook te maken met mensen die hun toevlucht in Europa zoeken.
De Cetti’s zanger zou als het een mens was geweest het stempel gelukszoeker krijgen, die denkt in het kille Hollandse klimaat te kunnen overleven.
Vreemd eigenlijk dat niemand dit dier een strobreed in de weg wil leggen. Hier is zelfs een lied over geschreven. Over vogels die ooit wél van Oost naar West Berlijn mochten vliegen maar mensen niet. Laten we hopen dat we deze tijden voor mensen niet weer terugkrijgen.
Gelukkig bestaat er in deze raad een breed politiek draagvlak om de randvoorwaarden te creëeren dat toegelaten immigranten, zo snel mogelijk mee kunnen doen in onze samenleving. Zodat zij met ons, en wij met hun, kunnen samenleven.
Wat mijn fractie betreft is het daarbij essentieel, dat de maatregelen die we daarvoor nemen toegankelijk zijn voor iedereen die dat nodig heeft. Want de nood in ons land en zeker ook in Zoetermeer, is bij een groot deel van de bevolking hoog.
Wist u dat 1 op de 5 Zoetermeerders wat welzijn en participatie betreft als afgehaakt beschouwd kan worden? Laten we hen minstens zo goed helpen als wij de statushouders helpen. Want armoede kan je niet delen. Daarom onze motie die hier expliciet aandacht voor heeft.
Voorzitter, ik kom nog een keer terug op de Cetti’s zanger. Zo’n zuidelijke vogel krijgt het direct moeilijk als de temperatuur in de winter langdurig onder nul gaat. Als het vriest verbruikt het dier namelijk meer energie dan het in één dag bij elkaar kan scharrelen. Binnen enkele dagen is het leven voor dat dier dan voorbij.
De natuur is hard: had het dier maar niet zo stom moeten zijn om zo ver naar het noorden toe te reizen. Gelukkig lossen wij dat in de mensenwereld anders op. Er is een sociaal vangnet en daarnaast zijn er vrijwilligers, die klaarstaan om te helpen, als de overheid dat niet wil of niet kan.
Wat mijn fractie betreft zou armoedebestrijding meer moeten zijn dan het regelen van financiële ondersteuning, het stimuleren van de economie en tegen mensen zeggen dat ze moeten werken voor hun geld.
Voor de verantwoordelijke wethouders heb ik twee vragen. Wat gaat u doen als de werkeloosheid blijvend hoog blijft? En waarom stopt de begroting na zo’n twee jaar met het inzetten van extra middelen voor armoedebestrijding?
Mijn fractie vindt dat er vanuit de gemeente meer aandacht moet zijn voor concrete hulp. Bijvoorbeeld door de voedselbanken beter te ondersteunen.
Dat er voedselbanken bestaan, is trouwens nauwelijks te begrijpen. Waarom is er in het tweede voedselexporterende land van de hele wereld, niet genoeg te eten voor alle inwoners?
Het komt nu voor, dat mensen, die van de diensten van de voedselbank gebruik hebben gemaakt, na drie jaar niet meer welkom zijn.
Onze motie verzoekt het college om enerzijds na te gaan hoe de voedselbank beter ondersteund kan worden en anderzijds om in gesprek te gaan met de voedselbank om die termijn van drie jaar te versoepelen.
Voorzitter, in mijn mijmeringen over de Cetti’s zanger realiseerde ik mij ook nog iets anders. Deze vogels zijn eigenlijk kluizenaars. Zoeken alleen een partner op, om zich voort te planten, werken nauwelijks samen en leiden hun eigen leven en komen hun eigen territorium nooit uit.
In Zoetermeer heb je in vergelijking met andere gemeentes, relatief veel mensen die ook zo op zichzelf zijn. Mensen die gewend zijn om hun eigen zaken te regelen en niemand nodig hebben.
Hieronder zijn ook mensen die het eigenlijk niet zonder hulp kunnen stellen. Soms zelfs overlast veroorzaken, of een potentieel gevaar voor zichzelf betekenen. Tijdens een door het college georganiseerde sessie over dilemma’s in de zorg kwam ook zo’n voorbeeld ter sprake. Er wordt geweldig werk verricht om bij zulke mensen toch achter de voordeur te komen. Wat ook bleek was, dat dit belangrijke werk niet altijd vergoed kan worden. Verantwoordingsregels zouden dit in de weg te staan. Daarom hebben wij een motie om dit probleem op te lossen.
Voorzitter, ik ga afronden. De begroting gaat over nog veel meer onderwerpen dan onze moties die ik heb besproken. Voor GroenLinks is duurzaamheid het uitgangspunt. Duurzaamheid gaat over inkomen, welzijn en het overleven van onze planeet.
Wij maken ons grote zorgen over de hardnekkige werkeloosheid in onze stad.
Zoetermeer scoort economisch slechter dan je zou mogen verwachten. Wij erkennen dat het erg moeilijk is om dit even om te buigen. Wel vinden wij dat het tijd wordt om eens wat anders te proberen. Niet te blijven hangen in klassieke economische recepten, maar daadwerkelijk veranderingen te bewerkstelligen, want herhalen wat niet werkt, is zinloos. Dat inzicht zien wij gloren bij de MRDH, maar daar mag nog wel een duurzaam tandje bij.
Als het gaat om het welzijn, moeten we rekening moeten houden met een toekomst, waarin economische herstel uitblijft en er veel mensen hierdoor niet kunnen participeren in de samenleving. In plaats van te blijven steken in de ontkenning, wordt het tijd om deze problematiek met een frisse blik te benaderen. Mensen dwingen naar werk te zoeken dat er niet is, lost niets op. Mensen weer mee laten doen wel.
Voorzitter, met mijn betoog, heb ik willen laten zien dat de natuur ons een spiegel voorhoudt. Door goed te kijken en te begrijpen van wat zich in de natuur afspeelt, kan je bijvoorbeeld zien hoe groot de invloed van de mensheid is op wat er zich op deze planeet afspeelt. Het tot in de eeuwigheid blijven exploiteren en benutten van onze aarde is een doodlopende weg. En dat geldt ook voor Zoetermeer.
Laat ik ook eerlijk zijn, de natuur geeft lang niet altijd het beste voorbeeld voor de mensheid. Zo is die Cetti’s zanger, waar ik het steeds over had, eigenlijk een zeer a-sociaal beest. De man is een uitgesproken hork, houdt er bij voorkeur meerdere vrouwen op na, en bemoeit zich nauwelijks met de opvoeding van zijn kroost. En gooit ze na hun opvoeding zonder pardon het eigen territorium uit.
Liever neem ik dan het voorbeeld dat ik gisterenmiddag zag. Een paartje Lepelaars . Twee Lepelaars die elkaar liefdevol met die enorme snavels, de rug krabben. Laat dat beeld ons inspireren om van Zoetermeer een duurzame stad te maken.
Dank u voor uw aandacht.
