College beantwoord vragen over openbaar toegankelijke schoolpleinen

Zoetermeer
Zoetermeer
Foto: Redactie Zoetermeer

Sommige vragen zijn beeldend gesteld vanuit een achterliggende gedachte en roepen een bepaald beeld op. Beelden van onveiligheid zijn daarbij herhaaldelijk aan de orde. Een vraag over gevaren waaraan kinderen blootgesteld worden, roepen het beeld op dat kinderen zich in een onveilige situatie bevinden. Klopt dat opgeroepen beeld wel?

Kinderen moeten in vrijheid buiten kunnen spelen!

De vragen van de fractie van LHN over de openbaarheid en toegankelijkheid van schoolpleinen zijn door het college van Burgemeester en Wethouders beantwoord. De vraag die de redactie intrigeert is of buiten spelende kinderen daadwerkelijk een potentieel doelwit voor terroristische aanslagen zijn? Als dat zo zou zijn, zouden we dan niet onze grootste vrijheid opgeven door kinderen binnen te houden? En zouden we door onze kinderen binnen te houden daarmee tegelijkertijd de strijd tegen het terrorisme niet opgeven en ons feitelijk overgeven? Juist in de dagen dat de strijd voor onze vrijheid herdacht wordt en de mensen geëerd die voor onze vrijheid hebben gestreden en zijn gestorven. Kinderen moeten in vrijheid kunnen buiten spelen. Wordt in deze vraagstelling door LHN niet ten onrechte het veiligheidsargument aangehaald om overlast voor omwonenden aan de orde te stellen?

Het college beantwoord de vragen van de LHN. De volledige vragen kunt u hier terug lezen.

De antwoorden

Beantwoording van de schriftelijke vragen van de heer H.P.A Nawijn (Lijst Hilbrand Nawijn) over de Parapluherziening schoolpleinen primair onderwijs en de openbaarheid en toegankelijkheid van schoolpleinen d.d. 23 maart 2016.

Algemeen Schriftelijke vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders over de Parapluherziening schoolpleinen primair onderwijs en de openbaarheid en toegankelijkheid van schoolpleinen door de heer H.P.A. Nawijn (Lijst Hilbrand Nawijn) ingezonden op 23 maart 2016. Het college van B en W heeft bij besluit van 1 maart 2016 de Parapluherziening schoolpleinen primair onderwijs vastgesteld. De LHN heeft grote bezwaren tegen de openbaarheid en toegankelijkheid van schoolpleinen. De LHN staat daarin niet alleen maar wordt gesteund door een uitspraak van de Raad van State in een zaak in Alphen aan den Rijn (200909223/1/H1).

Vraag 1 Heeft het college overwogen aan welke gevaren kinderen op een schoolplein kunnen blootstaan?

Het college heeft verschillende zaken afgewogen en uiteindelijk de keuze gemaakt zoals voorgesteld in de Parapluherziening. Belangrijke reden is dat het openbaar gebruik en toegankelijkheid van schoolpleinen al sedert jaren vastgesteld beleid is op grond van de navolgende informatie en besluiten:

– Schoolpleinen voor primair onderwijs worden in Zoetermeer vanaf de jaren zestig vanuit maatschappelijke overwegingen en met instemming van de schoolbesturen openbaar gebruikt en zijn daarvoor openbaar toegankelijk. In het raadsvoorstel “Kwaliteitsimpuls schoolpleinen primair onderwijs” (voorstel 070026 van 10 april 2007) is dit beleid door de raad vastgesteld; – Bij het voorstel “Financiële gevolgen doordecentralisatie onderhoud buitenzijde schoolgebouwen primair onderwijs” (voorstel 2014-000489 van 11 januari 2015) heeft de raad extra budget beschikbaar gesteld voor een bijdrage aan schoolbesturen voor de extra onderhoudskosten als gevolg van het openbaar gebruik van schoolpleinen; – In het “Beleidskader spelen 2005-2015” is als uitgangspunt vastgelegd dat de openbaar toegankelijke schoolpleinen van het basisonderwijs betrokken worden in een nieuw speelplan.

Vraag 2 Heeft het college inzicht in de vernielingen en overlast welke jongelui aanrichten als het schoolplein ’s avonds openbaar is?

Ja. Vandalisme en vernielingen aan gemeentelijke objecten worden geregistreerd via een zogenaamde “Vandalismemeter”. Deze laat zien dat het schadebedrag bij schoolgebouwen in 2014 en 2015 afgerond € 200.000 bedraagt. Dit omvat voornamelijk glasschade en nauwelijks schade en/of vernielingen aan de pleinen.

Vraag 3 Ziet het college geen gevaar voor kinderen op het schoolplein zowel overdag als ’s avonds als doel voor terroristische aanslagen?

Schoolpleinen zijn voor zover bij het college bekend niet aangemerkt als locaties waar een grotere kans is op terroristische aanslagen dan andere locaties. Mochten daar toch aanwijzingen voor zijn, dan treedt het college onmiddellijk in contact met de betrokken instanties.

Vraag 4 Weet het college dat kinderen in België juist door de schoolleiding worden binnengehouden als bescherming tegen terrorisme?

Het is het College niet bekend dat dit een structurele en voor geheel België geldende maatregel is.

Vraag 5 Heeft het college overwogen dat omwonenden van schoolpleinen juist na schooltijd en in de avonduren overlast ondervinden van lawaai schoppende jongelui?

Dit argument is wel betrokken in de afweging maar uiteindelijk voor het college niet doorslaggevend geweest om anders te besluiten dan gedaan en in lijn met eerdere raadsbesluiten. Zie daarvoor ook het antwoord op vraag 1. Het is het College bekend dat in incidentele gevallen door omwonenden buiten schooltijd overlast wordt ondervonden. Dat is zeer vervelend voor de betrokkenen. In dergelijke situaties wordt getracht in overleg een passende oplossing te vinden. Bij renovatie en/of nieuwbouw van schoolgebouwen wordt camerabewaking aangebracht wat een preventief effect heeft.

Vraag 6 Is het college niet van mening dat de uitspraak van de Raad van State een kapstok geeft om het schoolplein als niet openbaar speelplein aan te merken?

Ja, dat zou kunnen maar het College is van mening dat – als gevolg van de genoemde jurisprudentie – de bestemmingsplannen juist in overeenstemming moeten worden gebracht met het vastgestelde beleid en gebruik. Met de Parapluherziening heeft het College dat geformaliseerd.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen