College beantwoord vragen over reclamezuil A12

Marijke van der Meer nabij de reclamezuil bij de A12
Marijke van der Meer nabij de reclamezuil bij de A12
Foto: Freddy Blommers

De fractie van Zó! Zoetermeer stelde veel vragen over de overlast die de reclamezuil bij de A12 veroorzaakt. Het college beantwoord deze vragen in een schriftelijke reactie. Om redactionele redenen zijn de vragen ingekort. De originele vragen kunt u hier terug lezen.

Vraag 1 Wat zijn de resultaten van het onderzoek naar de lichtintensiteit?

Voor dit onderzoek zijn de “Algemene richtlijnen betreffende lichthinder” van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde (NSVV) gebruikt. De NSVV hanteert grenswaarden ten aanzien van 1) lichtafstraling van objecten en 2) grenswaarden van zogenaamde verticale verlichtingssterkte. Met verticale verlichtingssterkte wordt bedoeld de hoeveelheid licht dat op een verticale vlak van het gehinderd object valt, in dit geval de gevels van de woningen. Het lichtonderzoek leverde de volgende conclusies op.

Ad 1. De grenswaarde voor de lichtsterkte wordt in de dag- en avondsituatie (tot 23:00) niet overschreden. In de nachtsituatie (van 23:00 tot 07:00) worden de grenswaarden wel overschreden. Ad 2. De verticale verlichtingssterkte op de gevels van de dichtstbijzijnde woningen is door de grote afstand verwaarloosbaar.

Naar aanleiding van dit onderzoek heeft het college de reclame-exploitant dringend verzocht de lichtintensiteit in de nachtperiode naar beneden bij te stellen zodat ook die grenswaarde niet wordt overschreden.

Vraag 2 Wat zijn de normen voor ‘onacceptabele lichthinder’?

De gemeente heeft opdracht gegeven aan de Omgevingsdienst Haaglanden om te onderzoeken of sprake is van onacceptabele lichthinder. Dit onderzoek bestaat uit het doen van lichtmetingen om vervolgens het meetresultaat te toetsen aan de grenswaarden die de NSVV hanteert. Wanneer het meetresultaat aantoont dat de grenswaarden niet worden overschreden, dan is er geen sprake van lichthinder. De Omgevingsdienst Haaglanden heeft de grenswaarden van de NSVV gehanteerd.

Vraag 3 Hoe wordt rekening gehouden met het verspringen van het beeld?

De richtlijn van de NSVV vermeldt dat de verwisseling van reclamebeelden invloed heeft op het ervaren van lichthinder. De richtlijn houdt hier rekening mee door in bepaalde gevallen de grenswaarden van de lichtsterkte te verlagen. In het geval van de reclamemast langs de Al2 zijn de grenswaarden voor de lichtsterkte niet naar beneden bijgesteld. De richtlijn geeft namelijk aan dat als de reclame-uitingen niet sneller dan 6 seconden wisselen en de content van de reclame-uiting statisch is, dat de grenswaarden niet aangepast worden.

Vraag 4 Zijn de onderzoeksresultaten besproken met omwonenden?

Nee, de resultaten van het onderzoek zijn pas recent aan het college verstrekt. Zoals in antwoord 1 gemeld worden de bewoners geïnformeerd over de uitkomst van het onderzoek en de genomen maatregel.

Vraag 5 Hoe is vorm gegeven aan deze samenspraak?

De verwachting van het college was dat door het eerder tot tweemaal toe laten dimmen van de schermen de lichtintensiteit voldoende was afgenomen. De reclame-exploitant is geïnformeerd over de uitkomsten van het lichtonderzoek. Op basis hiervan heeft het college de exploitant dringend verzocht de schermen in de nacht nog verder te dimmen zodat ook die grenswaarde niet wordt overschreden. Indien noodzakelijk kan op basis van de APV gehandhaafd worden ten aanzien van (licht)hinder. In artikel 4.16 van de APV is namelijk opgenomen dat het verboden is om handelsreclame te voeren waardoor hinder ontstaat voor de omgeving. De bewoners die hebben geklaagd worden over de uitkomst van het onderzoek en de genomen maatregel geïnformeerd.

Vraag 6 Heeft het college met omwonenden gesproken over de overlast die zij ervaren?

De klachten van de omwonenden zijn bij het college bekend.

Vraag 7 Klopt het dat de lichtintensiteit omhoog is gebracht?

Nee. De reclame-exploitant heeft bij de gemeente aangegeven dat de lichtintensiteit in de afgelopen periode juist nog meer naar beneden in bijgesteld.

Vraag 8 Hoe kunt u als college controleren hoe hoog de lichtintensiteit is?

In dit geval heeft het college een externe deskundige gevraagd om een lichtmeting uit te voeren.

Vraag 9 Wordt de lichtintensiteit regelmatig gecontroleerd?

Indien het vermoeden bestaat dat de lichtintensiteit niet conform de richtlijn is zal worden gehandhaafd op basis van artikel 4.16 van de APV.

Vraag 10 Vindt u dat ‘digitaal’ geen aanduiding is voor LED-schermen?

Digitale schermen zijn altijd verlicht, al dan niet met ‘LED’. Hoewel het woord ‘LED’ niet expliciet is vermeld in de aanvraag van de vergunning kan op basis van het woord ‘digitaal’ worden opgemaakt dat sprake is van verlichte schermen.

Vraag 11 Vindt u dat in de aanvraag geen sprake was van LED-schermen?

Zie antwoord 10.

Vraag 12 Wij ontvangen graag een kopie van die impressietekening

Impressietekening reclamezuil A12
Impressietekening reclamezuil A12
Impressietekening reclamezuil A12
Impressietekening reclamezuil A12

Vraag 13 kende het college de impressietekening bij besluitvorming?

Het college heeft op 14 juli 2015 besloten de locatie te verhuren aan de reclame-exploitant. Bij dit besluit was een locatietekening toegevoegd zodat duidelijk was om welke locatie dit gaat. De impressietekening maakte deel uit van de aanvraag van de omgevingsvergunning. Na een positief advies van de Stadsbouwmeester is deze omgevingsvergunning door het college verleend.

Vraag 14 Waar is die impressietekening gepubliceerd?

Deze impressietekening konden omwonenden opvragen bij de omgevingsbalie van de gemeente. De impressietekening is niet gepubliceerd.

Vraag 15 Was de impressietekening gepubliceerd bij de vergunningaanvraag?

Nee. Zoals gebruikelijk worden geen tekeningen gepubliceerd van vergunningsaanvragen. Bewoners kunnen de vergunningsaanvraag inzien op het stadhuis.

Vraag 16 Hoe is de impressietekening gepubliceerd bij de vergunningverlening?

De impressietekening is niet gepubliceerd.

Vraag 17 Wat is op 6 augustus 2015 over deze vergunning gepubliceerd?

Op 6 augustus 2015 is in de huis-aan-huis krant en op de gemeentelijke website een vermelding gemaakt van de verleende vergunning. Over de verleende vergunning is vermeld dat het gaat om het plaatsen van een reclamemast waarbij ook de locatie is vermeld. Daarnaast is gepubliceerd op welke manier bewoners bezwaar kunnen maken.

Vraag 18 Hoe moet wettelijk ‘ondergeschikt aan’ worden uitgelegd?

De term ‘ondergeschikt aan’ kan niet wettelijk worden geduid. Er is geen wet die zegt wat daar onder exact moet worden verstaan. Dat is ook onmogelijk omdat de term ‘ondergeschikt aan’ in vele verschillende gevallen en situaties wordt toegepast. In vele bestemmingsplannen wordt gebruik gemaakt van de term. De afweging of een functie ‘ondergeschikt is aan’ heeft niet alleen te maken met de afmeting, maar bijvoorbeeld ook over de aard van een toegelaten functie. Het is aan het bevoegd gezag om te bepalen, of in de concrete situatie die zich voordoet, sprake is van ‘ondergeschikt aan’.

Vraag 19 Bij welke afmetingen is het volgens het college niet meer ondergeschikt aan natuur?

Dit kan niet op voorhand worden gezegd omdat ‘ondergeschikt aan’ afhangt van meerdere factoren. Dit dient per geval te worden beoordeeld.

Vraag 20 Welke grens geeft ‘ondergeschikt aan natuur’ aan?

Juridisch is het mogelijk om meerdere reclameobjecten, of andere toegelaten objecten zoals nutsvoorzieningen, geluidsschermen, vlaggenmasten, lichtmasten, kunstwerken en/of speelvoorzieningen te plaatsen. De bestemmingsplanregel kent namelijk geen maximum. Wel zal altijd, voor elke nieuwe aanvraag, moeten worden bepaald en gemotiveerd of sprake is van ondergeschiktheid aan de hoofdbestemming Natuur. De exacte grens van het aantal is niet op voorhand aan te geven. Ook hier hangt dat af van wat er precies wordt aangevraagd, afgezet tegen wat er reeds in de nabijheid is geplaatst. Dit dient in het advies te worden meegewogen , waarna een conclusie kan worden getrokken of sprake is van al dan niet ‘ondergeschikt aan’.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen